Marguerite de Brauw Judith Keith  

Foto Marieke Timp 

 

1943 Marga Minco in tuin van haar onderduikadres  

Bertolt Brecht De Joodse Vrouw & Minco Het bittere kruid - Studio Antigone 

 

Bertolt Brecht De Joodse Vrouw  

 

1935. We zijn in Frankfurt. Het is avond. Een vrouw pakt haar koffers. Soms neemt ze iets uit de koffer om iets anders in te kunnen pakken. Zij aarzelt lang of zij de grote foto van haar man Frits mee zal nemen. Ze laat het portret staan. Een poosje zit ze op haar koffer. Opeens staat ze op en neemt de haak van de telefoon. “Met Judith Keith”. Vervolgens horen we hoe ze afscheid neemt van kennissen, een schoonzus, een vriendin. “Ik ga naar Amsterdam”, zegt ze, “daar moet het heel mooi zijn in het voorjaar”. Naarmate de gesprekken vorderen verduistert een steeds onheilspellender schaduw dit stralend voorjaarsbeeld. 

 

De toneelschrijver Bertold Brecht (Oost-Berlijn 1889-DDR 1956) is bij het grote publiek vooral bekend door Mutter Courage en Die Dreigroschenoper. Brecht zag al in de dertiger jaren van de vorige eeuw het gevaar van Nazi-Duitsland. Daarom begon hij met het schrijven van een aantal scènes die later samengevoegd zouden worden tot Furcht und Elend des Dritten Reiches. In 1938 vond in Parijs de première van De Joodse Vrouw plaats. De scènes in Furcht und Elend hebben geen directe samenhang, maar samen maken ze duidelijk hoe de nationaalsocialistische dictatuur in alle lagen van de samenleving en het dagelijks leven binnendringt en angst en wantrouwen zaait.  

 

Marga Minco Het bittere kruid  

 

‘Ik wilde mijn familie verder laten leven door over ze te schrijven.’ Dit zegt Marga Minco (1920) over haar biografische boek: Het bittere kruid. Hierin beschrijft ze hoe haar familie argeloos een systeem van vernietiging wordt binnengedreven en hoe zijzelf overleeft.  

In de voorstelling vertellen Hanne Arendzen en Julien Croiset de verhalen zoals ze geschreven zijn. Afwisselend zijn ze verteller, personage of allebei tegelijk, al naar gelang de dialogen die er in voorkomen ‘gespeeld’ of ‘verteld’ worden. Af en toe is daar de stem van Marga Minco.  

 

Met karige middelen wordt de wereld van Het bittere kruid opgeroepen. Leidraad voor de enscenering is de schrijfstijl van Marga Minco, licht van toon, zonder grote emoties. De schrijfster was gedurende de oorlog een jonge vrouw van 20-25 jaar. Toch koos ze voor een jong meisje, een kind nog, als verteller. Argeloos, met soms kinderlijke naïviteit, kijkt het meisje naar de gebeurtenissen. Nooit gaat het nadrukkelijk over de verschrikkelijke wandaden van een misdadig systeem. Deze worden hoogstens gesuggereerd. Het is ook niet nodig. De toeschouwer kent de afloop en zal de teksten met de eigen beelden aanvullen.